Als de kogels op zijn

                                    (liedje)

 

Als alle kogels op zijn, wordt het stil.

Dan zullen we beteuterd staan te kijken.

Geen koppen in de kranten over lijken,

geen stukgeschoten huizen zonder deuren,

geen moeders die hun kinderen betreuren.

Als alle kogels op zijn, wordt het stil.

 

Als alle kogels op zijn, wordt het stil.

Geen krijgscommando’s voor de kindsoldaten.

Ze zijn weer kind, ze worden vrijgelaten.

De wapenhandel is voorgoed voorbij.

Er is geen land meer met een schutterij.

Als alle kogels op zijn, wordt het stil.

 

Als alle kogels op zijn, wordt het stil.

Dan wordt er nergens iemand overvallen

en staan dictators minder hard te brallen.

De wapenwedloop wordt een schaakpartij

met bekers en een eregalerij.

Als alle kogels op zijn, wordt het stil.

 

Als alle kogels op zijn, wordt het stil.

Dan hoor je weer de tortel in de bomen

en kind’ren volgen ongestoord hun dromen.

Je vraagt: Waarom toch zijn we ooit begonnen

met bommenwerpers, tanks en met kanonnen?

Als alle kogels op zijn, als alle kogels op zijn,

als alle kogels op zijn, …………. wordt het stil.

 

Bertus Beltman

 

 

Anna’s pest

In een dorp op de hei, in het verre verleden

Woonden Anna en Bart met hun kinderenschaar

En ze waren gelukkig, ze leefden tevreden

Onbewust van het onheil, het dreigend gevaar

 

Anna werd door een vlo, in haar slaap sluw gebeten

En ze kreeg hoge koorts, pijn in ’t hoofd, werd heel moe

Kwam aan ’t ijlen, aan ’t zweten, door duivel bezeten

Met haar geelblauwe lippen gaf Anna toen toe

 

Door haar man en haar schare in stilte begraven

In een kring op het kerkhof, om ‘t hardhouten kruis

In de bomen nieuwsgierige kraaien en raven

Nog een krans op het graf en dan vlug weer naar huis

 

Is het waar dat corona de pest heeft vervangen

En zij slachtoffers maakt, menig leven vergalt?

Daarom juist dit gedicht, in dit versvoet gevangen

Als de pest die toen Anna’s bestaan heeft verknald.

 

© Eddie Zinnemers

Ben ik de enige

Ben ik de enige

die er nog niet uit is

mijn nuchtere verstand zegt

dat het niet zo’n vaart zal lopen

maar misschien heb ik het straks mis

want hoe harder Rutte roept van niet

des te meer ik juist een voorraadje wil kopen

Ik wil me niet laten leiden door collectieve angst

van ieder voor zich en God voor ons allen

toch ergens bekruipt mij het gevoel

van een donkere agenda

waar we geïsoleerd

ten prooi aan

vallen

Berendy Gähler

Kriebelende kruipertjes

of ik nog eens aan je denk als ik later beroemd ben, vroeg je

aan de binnenkant van het boek over kriebelende kruipertjes

iets wat bij jou paste als bij geen ander

ik veeg een laagje stof van het boek als van de herinnering uit groep vijf en neem mezelf mee terug de tijd in

 

zeven zinnen voor het slapen gaan

jouw handschrift dat zegt dat ik een vlinder moet worden

boek dicht, lichtje uit

tot later, als ik beroemd ben

en nog even aan je denk zoals jij aan de kriebelende kruipertjes dacht voor je ging slapen

en een vlinder werd

 

Eva Broekmann